Elk jaar volgen onze verpleegkundigen PBLS-, DABCE- en SBARR-scholing om goed te handelen in noodsituaties. Wat leren we precies tijdens deze training en wat hebben we daaraan in de praktijk met ZEVMB-kinderen? Ontdek in deze blog hoe we dit aanpakken bij De Waggelmannetjes.
Wat houdt PBLS-scholing in?
PBLS staat voor Pediatric Basic Life Support, oftewel basislevensondersteuning voor kinderen. Het is een gespecialiseerde training voor verpleegkundigen. Tijdens de scholing leren ze hoe ze snel en effectief handelen bij een verstikking, bewusteloosheid of ademhalingsstilstand bij een kind. Ze oefenen onder andere deze vaardigheden:
- Reanimatie
- De luchtweg open houden
- Een AED gebruiken bij kinderen
Bij De Waggelmannetjes krijgen we een maatwerktraining. De meeste trainingen zijn vrij basaal, maar bij ons niet. Omdat we met een team van goed opgeleide verpleegkundigen zijn, is er veel meer diepgang. Zo spelen we met simulaties in op mogelijke situaties of situaties die eerder voorgekomen zijn.
Wat is het doel van PBLS-scholing?
Het doel van de PBLS-training is om te zorgen dat alle verpleegkundigen de kennis en vaardigheden hebben om in een noodsituatie snel en passend te handelen. Hierdoor kunnen we levens redden. En we vergroten de overlevingskansen van het kind totdat de ambulance er is. Dit is heel belangrijk, omdat ZEVMB-kinderen erg veel verpleegkundige zorg nodig hebben. Ook kunnen ze ontzettend onvoorspelbaar zijn. Zo kan een kind bij De Waggelmannetjes om 9:00 uur prima in orde zijn en om 10.00 uur in een noodsituatie terecht komen, bijvoorbeeld doordat:
- De ademhaling stopt
- Ademhalingsproblemen ontstaan
- Het hart stopt
- Een kind in shock raakt
Dit is meestal het gevolg van epilepsie, een zwakke tot slechte longtoestand of een onderliggend lijden. Daardoor heeft een kind te weinig zuurstof, een te hoog koolstofdioxide (CO2), of te veel van bepaalde hormonen, adrenaline of gifstoffen in het lichaam. Als dit gebeurt, is het van levensbelang dat onze verpleegkundigen het juiste doen.
De DABCE-methode voor beoordeling
Om ernstig zieke of gewonde kinderen in een acute situatie te beoordelen, gebruiken we de DABCE-methode. Dit helpt onze verpleegkundigen om volgens een vaste structuur problemen vast te stellen en te behandelen. Met deze methode controleren we het volgende:
- D: Disability, oftewel de neurologische toestand. Hierbij kijken we onder andere of het kind bij bewustzijn is, hoe hij of zij reageert op aanspreken en of het gedrag anders is dan normaal.
- A: Airway, oftewel de luchtwegen. Hierbij controleren we of de ademweg vrij is, of er abnormale ademgeluiden zijn en of het kind een voorkeurshouding heeft om lucht binnen te krijgen.
- B: Breathing, oftewel de ademhaling. Hierbij kijken we onder andere naar de frequentie van de ademhaling, de hoeveelheid zuurstof in het bloed en of er kreunende geluiden zijn.
- C: Circulation, oftewel de bloedsomloop. Hierbij controleren we onder andere de kleur van het gezicht, de lichaamstemperatuur en de bloeddruk.
- E: Exposure, oftewel het hele lichaam. Hierbij kijken we naar de bloedsuiker en het infuus, de sonde, de drain en/of de katheter, als die aanwezig zijn.
Hierna heeft de verpleegkundige voldoende informatie om te bepalen of de situatie wel of niet levensbedreigend is.
De SBARR-techniek voor overdracht
Bij een acute situatie is het van groot belang dat de verpleegkundige helder overdraagt wat er aan de hand is, bijvoorbeeld aan een collega of ambulancemedewerkers. Daar gebruiken we bij De Waggelmannetjes de SBARR-techniek voor:
- S: Situation, oftewel de situatie. Hier vallen onder andere de naam van het kind, de locatie en de vitale functies onder.
- B: Background, oftewel de achtergrond. Hierbij vertellen we onder andere de medische achtergrond, de medicatie en de reden van opname.
- A: Assessment, oftewel beoordeling. Hierbij geven we bijvoorbeeld aan wat we denken dat het probleem is en waar we bezorgd over zijn.
- R: Recommendation, oftewel aanbeveling. Hierbij zeggen we duidelijk wat we van de ander verwachten, zoals wat er moet gebeuren en hoe vaak controles nodig zijn.
- R: Repeat, oftewel herhaling. Hierbij herhalen we de afspraken, rapporteren we methodisch en gaan we na of we zo verder kunnen of geholpen zijn.
Met deze aanpak bepalen we of we het alarmnummer 112 moeten bellen, of we de medisch specialist in het ziekenhuis moeten raadplegen of dat we zelf kunnen ingrijpen. Dat laatste heet ook wel een interne interventie. We blijven de situatie evalueren totdat het kind stabiel is of met de ambulance naar het ziekenhuis gaat.
Ingrijpen bij grote epileptische aanvallen
In de praktijk merken we telkens weer hoe waardevol de PBLS-scholing en onze bijbehorende methodes zijn. Zo gebeurde het een keer dat een kind meerdere grote epileptische aanvallen kreeg. Hierbij stopte de ademhaling en werd de hartslag heel laag. We gaven 2 keer noodmedicatie van een anti-epileptica en veel zuurstof. Ook hadden we onze noodkoffer bij de hand. Ondertussen belde iemand anders 112. Dankzij alle kennis in ons team konden we snel handelen, wat een groot verschil maakte voor de afloop van de situatie.
Naast PBLS-scholing doen we ook regelmatig intervisiemomenten met elkaar. Hierbij evalueren we hoe we hebben gehandeld tijdens een acute situatie. Dat helpt ons om te reflecteren en van elkaar te leren. Ben je benieuwd hoe we dit doen? Bekijk dan ons artikel over intervisiemomenten.