Humor bij De Waggelmannetjes
Iedereen kent wel het gezegde “In een grapje, zit altijd een vorm van waarheid”. En dat is bij de ZEVMB-
kinderen van De Waggelmannetjes zeker zo. In die humor van de kinderen, laten ze een heel stuk van hun
persoonlijkheid zien.
Elk kind leeft in zijn eigen belevingswereld. Ook bij onze kinderen zijn er verschillende niveaus van bewustzijn en
ontwikkelingsleeftijd. Hier passen wij onze benadering op aan. Voor de meeste kinderen kan hun
ontwikkelingsniveau met de bestaande psychologische onderzoeken niet eens gemeten worden.
Onder de noemer ZEVMB zou het kind een IQ hebben tussen de 0-20, ofwel een ontwikkelingsleeftijd van 0-2
jaar. Al onze kinderen vallen in deze categorie, en toch hebben we vaak het idee dat ze echt veel meer
begrijpen, maar als het ware opgesloten zitten in hun eigen lichaam. Sommige kinderen lachen en
communiceren heel duidelijk en bij anderen een subtiele non-verbale wijze van communiceren zien: geluiden,
bewegingen en fysiologische reacties. en anderen laten een subtiele non-verbale wijze van communiceren:
geluiden, bewegingen en fysiologische reacties zien.
De verpleegkundigen van De Waggelmannetjes kennen de kinderen door en door en kunnen de kinderen goed
‘lezen’. Vandaag vertellen we jullie graag wat over de humor van onze kinderen.
Zo hadden we een kindje met chronische beademing als gevolg van een spierziekte. Hij bedacht via zijn
spraakcomputer met oogbesturing allerlei namen voor de verpleegkundigen, omdat onze namen en foto’s voor
hem nog niet zichtbaar waren in zijn spraakcomputer. Die moesten er nog worden ingezet. Ineens hadden we
zeer ‘bijzondere’ bijnamen, zoals stinkerd, zieklelijk en iemand anders heette ‘mooi’…Haha. Geweldig, toch?
Als de kinderen het gevoel hebben, dat ze ook een keer iets stiekem kunnen doen, of stout zijn, kunnen ze
samen met ons ontzettend grappen. Wil je een likje slagroom? Dat mag niet hè, van papa en mama… en dan is
het grinniken. Tuurlijk mogen ze, als er geen tegenaanwijzing is, een likje slagroom proeven!
Nog zo’n voorbeeldje: een van de kinderen komt naar beneden met al haar was op de rolstoel en zegt samen
met de verpleegkundige tegen een collega: “Deze was is voor jou!” Waarop de collega reageert met: “Nou, echt
niet, ik wil naar huis, je mag het zelf doen en zelf opruimen. Er wordt je zo uitgelegd hoe de wasmachine werkt!”.
De mimiek van het kind spreekt boekdelen op zo’n moment. “Ja, jij moet de was doen! Je bent oud en wijs
genoeg!”. Er volgt een schaterlach.
Al met al genieten de kinderen als er veel interactie is. Met hen, en met de verpleegkundigen. Als
verpleegkundige voeren we vaak een monoloog, waardoor we als het ware samen gezellige en grappige
gesprekken voeren. Ook mengt een collega-verpleegkundige zich er vaak in en betrekt zijn of haar eigen kind in
het gesprek. Hierdoor is zijn of haar kind ook blij en krijgt het terechte gevoel erbij te horen. Hierdoor voelt het net
als thuis in het eigen gezin met broertjes en zusjes. Humor is de manier waarop we de kinderen overal bij
proberen te betrekken. Door humor laten we juist ook zien dat we ze serieus nemen.
Er ontstaan ook ontzettend grappige momenten, wanneer een verpleegkundige andere kinderen uitdaagt voor
een rolstoelrace. Wij zitten als verpleegkundigen dan op de zitkruk, achter een rolstoel met elektrische
duwondersteuning en daar gaan we! Dat vinden de kinderen geweldig. Je hoort sommigen echt schaterlachen.
En wat de kinderen ook heel geestig vinden, is leedvermaak. Wanneer een verpleegkundige iets laat vallen, iets
niet weet, een foutje maakt, in zichzelf praat, of zichzelf stoot, gieren de kinderen het uit. Wij geven ze helemaal
gelijk en lachen mee, hun wereld is al veel kleiner dan die van gezonde kinderen!
Daarom proberen we het buitenleven naar binnen te halen, omdat de kinderen minder vaak buitenkomen. Dan
vertellen we over een boze buurman, over rare medeweggebruikers of over het weerbericht en een naderende
storm. Binnen kunnen we dan bijvoorbeeld wanneer we op het waterbed zitten, net doen alsof we op zee varen
en dat we eerst rustig kunnen ontspannen en watergeluiden horen, waarna er opeens een grote storm komt
opzetten en we alle kanten op schudden.
Bij de oudere meiden zie je soms dat ze helemaal onder de indruk zijn van een knappe jongeman, die
bijvoorbeeld een zwembadcontrole komt doen of een rolstoel komt afleveren. Dan zeggen we: Hey joh, zag je
die!? Die hadden we nog een kopje koffie moeten aanbieden! En dan barst er heerlijk gelach los.
Sommigen kunnen niet tegen kietelen, maar geven door middel van hun mimiek of lach aan het wel heel leuk en
gezellig te vinden. Anderen vinden het geweldig als je een hoog stemmetje opzet, lief of gek praat en liedjes
zingt.
Een grote glimlach op het gezicht bereiken we dan ook op heel verschillende manieren. Soms zit een grote
glimlach in de kleine dingen – zoals een knuffel, op schoot zitten (en) paardje rijden. Ieder kind vindt iets anders
grappig. Aan de mimiek zien we zelfs bij de meest monotone kinderen reacties op dingen die ze grappig vinden.
Daarbij proberen we veel humoristische activiteiten te bedenken, waarbij we elke kind op zijn of haar eigen
niveau kunnen betrekken. Denk bijvoorbeeld aan een verkleedpartij. Je zal als kind maar thuis worden opgehaald
door een heks, ridder of Mexicano. We doen de brandweer na, maken bij warm weer een kunstmatig strand met
zand en water in de tuin, doen pietengym en/ of maken een griezelkamer met allemaal enge geluiden en
sensorische elementen. Resultaat: genietende en stralende kinderen.
Samen zoeken we altijd naar de allerbeste manier om die glimlach voor elkaar te krijgen. En dat zorgt ervoor dat
echt ieder kind bij ons op zijn eigen manier plezier beleeft. Daar zijn we trots op!